predikantenOp 15 januari 1893 werd de Christelijke Gereformeerde Kerk te Kampen ‘opnieuw opgericht’. Het was heel kort na ‘de Vereniging’ in 1892: toen gingen de afgescheiden kerken (ontstaan in 1834) en de dolerende kerken (ontstaan in 1886) samen. Nog voordat de Vereniging in Kampen goed en wel was door­gevoerd besloten dertien mannen­broeders dat zij daarin niet mee zouden gaan.

In 1897 werd een pand aan de Buiten Nieuwstraat 67 aangekocht en geschikt gemaakt om als kerk te dienen. De gemeente telde toen rond de 200 leden.

Er werden nu ook beroepen uitgebracht, aanvankelijk zonder het beoogde resultaat, maar in 1898 nam kandidaat M. Schouten uit Teuge een beroep aan. De gemeente groeide gestaag. In 1903 vertrok ds. Schouten naar Bunschoten. De gemeente bleef 4 jaar vacant. Op 10 november 1907 deed J.J. van der Schuit intrede. Hij was toen nog kandidaat. Hij was geliefd in de gemeente, mede door zijn ‘gewone’ optreden. Later is hij hoogleraar geworden, in Apeldoorn.

In Kampen kwamen en gingen diverse predikanten (zie hieronder). Een moeilijke tijd was de periode onder ds. B. Oosthoek, die hier begin van de jaren ’30 stond. Een tijd van spanningen – in de maatschappij, maar zeker ook in de gemeente. In 1934 overleed ds. Oosthoek, toen nog maar 38 jaar oud.

Het werd als een wonder ervaren dat de gemeente daarna ds. W. Ramaker kon beroepen – en nog meer, dat hij het beroep ook aannam. In deze tijd werd een eigen verenigingsgebouw in gebruik genomen; geen overbodige luxe voor een gemeente die inmiddels zo’n 450 leden telde. Een enorme slag was het voor de gemeente toen ds. Ramaker in 1943, tijdens een razzia waarbij de Duitsers het ook op hem hadden voorzien, stierf ten gevolge van een hartaanval – 39 jaar jong.

Van 1945 tot 1950 stond ds. B. van Smeden te Kampen; hij was een zoon van ds. K.G. van Smeden, die hier stond van 1925 tot 1928. In 1953 kwam ds. S. van Zwoll – toen nog kandidaat – naar Kampen. Een zeer actief predikant, met name op het gebied van evanglisatie. De gemeente groeide tot meer dan 600 leden. Ds. Van Zwoll ging vanuit Kampen naar Eindhoven. Drie jaar later kwam hij om bij een auto-ongeluk – 36 jaar jong.

In 1961 nam ds. J.H. Carlier het beroep naar Kampen aan. Hij is hier bekend geworden als ‘de bouwpastor’. In de zes jaar dat hij hier was werd het oude kerkgebouw afgebroken en vervangen door het huidige. De gemeente heeft zich daar op allerlei manieren zeer voor ingezet.

In 1967 kwam ds. J.J. de Jonge naar Kampen. Hij kwam in Kampen in roerige tijden: er ontstond een scheuring in de Geref. Kerk (vrijgemaakt). Het merendeel van de gemeente te Kampen (ong. 2500 van de 3000 leden) kwam buiten het kerkverband te staan. In IJsselmuiden gebeurde hetzelfde. Al vrij snel ontstonden er banden tussen de CGK Kampen en de buiten­verband-gemeenten te Kampen en IJsselmuiden.

In de tijd van ds. De Jonge ontstond de zgn. ‘Dienst met Belangstellenden’: een extra dienst op de avond van de laatste zondag van de maand, met een heel open en evangeliserend karakter, en met medewerking van diverse koren en muziekgroepen.

Zijn opvolger was dr. T. Brienen, die naast het werk in de gemeente ook werk als wetenschappelijk medewerker van de theologische universiteit verrichte.

In zijn tijd werd ook ds. Th. Peppink aan de gemeente verbonden, maar niet voor werk in de gemeente. Hij werd als predikant in bijzondere dienst (art. 6 KO) leraar godsdienstwetenschap en ethiek aan de christelijke kunstacademie te Kampen.

Na dr. Brienen kwam drs. J.C.L. Starreveld. Hij heeft de gemeente 14 jaar gediend. Hij werd opgevolgd door ds. A. Brons die als predikant verbonden was aan onze gemeente tot augustus 2011 en daarna tot medio 2017 werkzaam was als Israël-consulent in Jeruzalem.